Aantal berichten : 21 Registratiedatum : 06-03-11 Leeftijd : 28 Woonplaats : In Je Broekzak.
Onderwerp: » Guardian zo maa 06, 2011 6:59 pm
# Basics
Naam: Guardian
Leeftijd: 5 Jaar
Geslacht: Reu / Mannelijk
Geaardheid: Hetero
Goed/Neutraal/Slecht: Neutraal
Seizoen geboren: Lente
Ability: Mind Reading
# Character
Guardian zijn karakter wijkt erg af van dat van normale Samojeed. Hij is totaal niet sociaal, en erg schuw.
Hij zal altijd in het begin dreigend en schuw overkomen, vanwege zijn verleden.
Maar als hij je eenmaal vertrouwd zal hij wel wat soepeler zijn in omgang;
Maar alsnog zal hij altijd op zijn hoede blijven.
Hij is voor de rest vrij nuchter en intelligent, maar toch kan hij soms nogal vreemde beslissingen nemen.
Hij zal altijd eerst over de gevolgen voor zichzelf denken, en dan pas die van anderen.
Dat komt omdat hij nooit iemand volledig in vertrouwen zal nemen.
# Appearance
Ras: Samojeed
Mutaties: x
Vachtlengte: Lang. Vachtkleur: Wit. Vachtpatroon: x Lichaamsbouw: Hij lijkt nogal mollig, door zijn vacht. Maar hij is eigenlijk vrij tenger. Oogkleur: Heel donkerbruin, ogen lijken zwart Neus: Zwart
# Relations
Ouders: Unknown. Broers/zussen: Unknown. Crush: x Partner: x Pups: x
Pack: x
# History
‘Wat gaan we met ze doen?’ De twee keken elkaar aan, om vervolgens weer naar de witte pluizenballen te kijken. Hun moeder lag er ook bij, haar vacht langzaam roodkleurend door het bloed. ‘We zouden de teefjes kunnen houden, dan kunnen we nog verder met het fokken van ze.’ Een bedenkelijke frons tekende zich af op het voorhoofd van de man. ‘Maar de mannetjes… Misschien kunnen we die proberen te verkopen als ze oud genoeg zijn.’ De vrouw knikte, dit was de enige optie. En zo ging het dus. Met veel moeite werden de pups grootgebracht, de teefjes bleven bij de eigenaars. Maar de reutjes werden verkocht, op een na. Degene die ongewild was.
‘We kunnen hem niet houden, hij is nutteloos.’ De reu was apart gezet, en contact werd zo veel mogelijk met hem vermeden. ‘Maar niemand wilt hem. En we kunnen hem niet -’ De vrouw kapte haar zin af toen ze zijdelings naar haar man keek. Deze had een ernstige uitdrukking op zijn gezicht. ‘Hij is hier nu al een maand langer dan verwacht, hij wordt echt niet meer verkocht. We hebben geen keus.’ De vrouw schudde haar hoofd. ‘Nee, dat kunnen we niet doen.’ Een zucht. ‘We slapen er een nachtje over, oké?’ Niemand had toen kunnen weten, behalve hij, dat hij niet van plan was om te gaan slapen tot dit was opgelost.
Wild blafte hij. Paniekerig. De enige manier om hem stil te houden was door zijn naam te roepen, met stil erachter of andere commando’s die op hetzelfde neer kwamen. Maar hij had geen naam, dus ging het niet. Koude handen pakten hem vast, hij spartelde, maar het had geen zin. Hij werd in iets gezet, iets met wanden die hem ervan weerhielden weg te komen van die angstaanjagende lege plek. Met een ruk hief hij zijn kop op, daar was het licht. Maar het werd afgeschermd. Hij sprong, blafte weer, maar het had geen zin. Hij werd genegeerd. Voor hij het wist was er geen licht meer, alleen maar duisternis. Op een spleetje na, dat een dun lichtstrookje over zijn witte dikke vacht trok. Hij piepte, was bang. Maar alles werd nog erger toen het leek alsof hij de lucht in werd getrokken. Maar hij voelde nog steeds iets onder zijn poten. Hij blafte weer, wist niet wat hij anders moest doen. Toen alles weer stopte ging hij liggen, in een hoek van de vierkante ruimte die hij had. Hij verstopte zijn snuit onder zijn poten. Hij was bang, wist niet wat er gebeurde. Maar het was ook beter dat hij het niet wist, want anders zou zijn wereld toch allang zijn ingestort.
Guardian was een van de zeven pups die geboren was bij fokkers. Hun moeder had pas een nest gehad, maar was toen al overleden. Ze besloten de teefjes te houden, zodat ze daar nog mee door konden gaan, maar de reutjes moesten weg. Ze werden allemaal verkocht, behalve Guardian. Uiteindelijk besloot de man in het gezin hem te dumpen, aan zijn lot over te laten. De arme Samojeed wist niet wat hij moest doen, durfde niet meer de buitenwereld in en bleef in de doos waar hij ingestopt was. Uiteindelijk werd hij eruit gehaald door een andere hond, een zwerfhond. Het was geen bepaald ras, een echte straathond. Tot zijn geluk was het een teefje met een groot hart, dat besloot voor hem te zorgen. Ze leerde hem alles wat hij moest weten om te overleven, overleven zoals een zwerfhond. Maar niet alles ging zoals gepland. Want aan alles komt een einde.
‘Ik ben er weer! Ik was eventjes eten zoeken. Ik dacht dat je wel een dagje vrij ko -’ De witte reu liet het konijn uit zijn bek vallen, verstijfde door wat er in zijn beeld was gekomen. Het was vreselijk. Met langzame passen liep hij op haar af. Maar hij bleef abrupt stilstaan bij het voelen van iets kouds. Zijn blik gleed langzaam naar onder. Bloed. Hij stond in haar bloed. Zijn ogen werden groter, zijn maag draaide om. Wie had dit gedaan? Hij keek weer naar haar. De hond die hem zijn naam had gegeven, hem had grootgebracht… Ervoor had gezorgd dat hij nog leefde. Ze lag daar, roerloos. In een plas van haar eigen bloed, met haar ogen op niets gefocust en haar bek open. Met trillende poten liep hij dichterbij. ‘Nee,’ prevelde hij toen hij haar pas goed kon zien. Ze was aangevallen. Waarschijnlijk door andere zwerfhonden. Ze had hem daar vaak genoeg voor gewaarschuwd. Hij kon de bijtwonden in haar nek maar al te goed zien, maar het drong niet tot hem door. Hij begroef zijn neus in de haren op haar flank. ‘Nee…’ herhaalde hij zijn laatste woord. Meer kreeg hij niet over zijn lippen. Ineens schoten zijn ogen open. De geur die hij rook… Die kende hij. Het was de geur van een hond die hij maar al te goed kende; een van hun vrienden. Vrienden waren schaars, maar toch hadden ze er wel… Twee of drie. Hoe kwam het dat de geur van een van hun vrienden hier zo sterk aanwezig was, dat hij toch nog de geur van bloed kon overstijgen? Dat kon alleen als… De conclusie werd vrij snel getrokken. Zijn blik veranderde. Hij was niet meer verdrietig, maar kil en fel. Ze waren verraden. Hun vertrouwen was beschaamd. Je kunt alleen leren van je levenservaringen, galmde een van de wijze zinnen van zijn pleegmoeder door zijn kop. Dit was een levensles, eentje die hij nooit zou vergeten. Vertrouw nooit iemand, hoe vriendelijk die ook lijkt. ‘Nooit,’ gromde hij, zijn gedachte nog meer kracht gevend.
Na de dood van zijn pleegmoeder heeft Guardian het besluit genomen om verder te reizen, niet meer vast te blijven hangen bij de plek vol ‘verraders’. Hij begon alle andere honden te minachten. Hij werd schuwer, feller en bovendien erg onbegrepen. Niemand snapte hem, behalve hijzelf. Tijdens zijn tocht vermeed hij het contact met anderen zoveel mogelijk. Tot hij uiteindelijk op een plek kwam waar dat haast onmogelijk was. Een plek waar hij was gekomen, maar het niet meer kon herinneren hoe hij er was gekomen. Een plek genaamd Bustani, het paradijs. Maar in zijn ogen is het geen paradijs; er zijn andere honden. Wat betekent nog meer verraders. Het gene wat wel een plus punt was, was dat er geen mensen; want die beschouwde hij ook als verraders. En aangezien hij hier meer vrijheid had; en er meer te jagen viel, bleef hij maar.
Na een lange, koude winter, is de lente eindelijk aangekomen in Bustani. De planten gaan langzaam weer bloeien en overal ruikt het lekker. Ook worden er nu jonge dieren geboren die als makkelijke prooi kunnen dienen. Of heb jij het te druk met je eigen pups om daar over na te denken?
otM
~Member of the Month~
~Character of the Month~
~Topic of the Month~
Count ’em
Wij hanteren een RPG woordminimum van 150 woorden!